barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

Probleem 6 van 26 oktober 2015


Schiffers – Chigorin, 

(St. Petersburg 1897)

Zwart zag het mat in 5 of 6 over het hoofd 
en de partij eindigde in remise.


Voor de hele partij KLIK HIER




















Kijken we naar de materiaalverhouding, dan zien we dat Schiffers goede zaken heeft gedaan: hij staat  een Dame tegen een Loper en een pion voor. Kijken we naar zijn stelling, dan constateren we dat die vrij beroerd is, behalve een schaakje met zijn Dame op a8, heeft hij geen stuk waarmee hij iets dreigt. Ook de positie van de witte Koning is verre van rooskleurig. Op de f-lijn wordt hij ingesloten door zijn eigen stukken, de h-lijn ligt open voor Chigorin, alleen Paard g3 kan hem als verdediger ter zijde staan.
Chigorin mag dan materieel achterstaan, zijn stukken staan uitstekend. Met name zijn twee Lopers die de diagonalen voor de Koning bestrijken, zijn levensgevaarlijk. Ook de toegankelijkheid van de h-lijn voor zijn Torens vormt een reële dreiging. Zou Paard g3 daar niet staan, dan was het mat in één.
De stelling lijkt sterk op die stellingen waarin je een Toren offert op h1 en daarna met de andere Toren op h8 verschijnt om vervolgens op h1 mat geven. Maar dat werkt hier niet vanwege 1. .., Txh1; 2. Pxh1, Th8; 3. Pf3.   

Het probleem van deze maandagavond komt uit een partij die tot de verzameling “onsterfelijke” behoort. Chigorin offerde hierin op zijn 11de zet zijn Dame om de h-lijn te openen, nadat Schiffers een zet daarvoor een Paard had geofferd om een penning op de Dame mogelijk te maken. Chigorin ging daarop, en passant nog een Paard offerend,  in de aanval en bovenstaande stelling werd bereikt na de 22ste zet van Schiffers. In de partij ging het als volgt verder:
22. .., b6; 23. Le3, Pf5; 24. f4,  en na 30 zetten werd er remise overeengekomen. Opmerkelijk en leerzaam vind ik hieraan dat ook zo’n meester als Chigorin op het beslissende moment een stapje terug doet om een dreiging te pareren in plaats van door te gaan met dat waarmee hij bezig was, nl. het verpulveren van Schiffers. Als excuus voor Chigorin kan natuurlijk worden aangevoerd dat niemand hem in zijn oor fluisterde: ‘Hé meester, opletten nou want er zit mat in zes in de stelling!’
Terug nu naar het probleem.
Als er maar één verdediger is moet die worden uitgeschakeld. Dat kan door hem te slaan:
22. ..,  Lxg3, maar dat is hier geen optie, want na 23. fxg3 krijgt de Koning een vluchtveld.
Het kan ook door de verdediger van zijn functie te ontheffen door hem buiten spel te zetten.
En omdat de opgave impliceert dat we schaak moeten geven, ligt de eerste zet voor de hand:
  1. .., Th1+; 2. Pxh1, .  Willen we nu nut van Toren d8 hebben,  dan moet de Koning van Schiffers naar de h-lijn worden gelokt, naar h2 dus. Staat hij eenmaal daar, dan is er geen weg meer terug en kan hij dankzij Loper c6 alleen via de zwarte velden voorwaarts, waar hij wordt opgewacht door Paard e7. (Hé, is dat geen magneetcombinatie? Ja, dat wordt het) 2. .., Lh2+; 3. Kh2, Th8+; 4. Lh6, Txh6+;

5. Kg3, Pf5+; 6. Kf4/g4, Th4#.  

Probleem 5 van 19 oktober


Wit bereikt een gewonnen eindspel. 

Geef de eerste twee zetten.




Bukic – Marovic, Joegoslavië 1968



Voor de hele partij KLIK HIER









Als Wit wil winnen, zal hij iets moeten ondernemen. (Zou Zwart aan zet zijn, dan wordt het remise.) Het zal opvallen dat Bukic weinig zetmogelijkheden heeft. De Koning staat opgesloten op de eerste rij, de pionnen op de Koningsvleugel doen even niet mee, de d-pion is geblokkeerd door de koning van Marovic en speel je de pion op a7 op, dan ben je hem kwijt. Het enige stuk waarmee iets zinnigs kan worden gedaan is dus de Toren. Veel keus heeft die trouwens ook niet: na elke zet op de d-lijn gaan zijn twee vooruitgeschoven pionnen er aan, zonder dat hij er iets mee opschiet. Zo blijven er vier velden op de 6de rij over. De velden c6 en e6 vallen af (Koning slaat pion en valt Toren aan). Toen waren er nog twee: b6 en f6.      Het goeie veld vind je al snel als je ziet dat de stelling vol potentiële penningen zit. Met de zwarte Toren op a7 en de Koning op d7 wint Tf7.  Ook zou je kunnen zien dat als je vanuit de beginstelling meteen Toren f8 zou kunnen spelen, dat ook gewonnen is. Het zal inmiddels duidelijk zijn dat 1. Tf6 de winnende zet is.
Bijv.:
  1.   Tf6, Kxd7;  2. Tf8, Txa7;    3. Tf7 , Ke7 ; 3. a8  .

     1.    Tf6, Txa7,   2. Tf8+, Kxd7; 3. Tf7

Niet werkt: 1. Tf6, Kxd7; 2. Tf2, … Zwart slaat nu niet op a7, maar loopt er met zijn Koning heen.

Oplosklassement:
  1.           Fred                               3  punten
  2.           EricL                             2½ punt
     3,4          Robbie, ErikV                2  punten
     5,7         Albert, FrankS, Henk     1 punt

Probleem 4 van 5 oktober 2015

(Fischer – Mjagmarsuren, Sousse 1967)

Fischer wist dit te winnen. Kunnen jullie dat ook??

In schaakboeken geschreven door coaches die het beste met je voor hebben, wordt  je regelmatig verteld dat ontwikkeling vóór materiaal gaat.  Bovenstaande stelling uit de partij
Fischer – Mjagmarsuren is daar een mooi voorbeeld van. Fischer staat twee pionnen achter, ziet promotie van de c-pion op zich afkomen.  maar ruimt zijn tegenstander toch in een paar zetten op.  Hoe kan dat? Dat kan het beste zó: door eens te kijken wat de stukken die Fischer heeft daar staan te doen op het bord.
Wit dreigt op het eerste gezicht snel mat te kunnen geven met 1.Dh6, 2. Dg7. In feite is dat natuurlijk geen dreiging, want met het simpele Df8 kan Zwart de dreiging afwentelen.  Daar hoeven we dus niet naar te kijken. Interessanter is het te kijken naar de witte Loper  op f6. Die legt een gedeelte van de zwarte verdedigers lam en beheerst alle zwarte vluchtvelden van de Koning. Ook de Loper op g2 verdient nadere aandacht. Die bestrijkt nu een diagonaal waarop geen vijandelijk stuk te bekennen valt, maar na Le4 beheerst hij de witte velden voor de Koning Dan kijken we naar de Toren op h4. Die lijkt daar misschien wat buitenspel te staan, maar wie, ik blijf het maar herhalen, Stap 3 met goed gevolg heeft doorgenomen, herkent meteen het matbeeld met die \Toren op h8.   En dat geeft een aanknopingspunt: de pionnen h5 en h7 moeten misschien wel van hun lijn af. Tot slot dient opgemerkt te worden dat voor de Koning van Mjagmarsuren de enige mogelijkheid tot ontsnappen een route via de witte velden kan liggen (maar om dat te voorkomen hebben we Loper g2 dus achter de hand).
Nu weten we genoeg. Eerst de h-lijn openen. Na 1. hxg6, fxg6; blijft h7 in de weg staan. H7 moet er dus eerst af. 1. Dh6, Df8; 2. Dxh7+, Kxh7; 3. hxg6+, Kg6 (na 3…, Kg8 is 4. Th8 mat en nu wordt de Koning naar voren het matnet ingelokt); 4. Le4#.
Deze matvoering leverde verrassend veel goede oplossingen op. Aan het eind van de avond werd er nog diep nagedacht over de vraag of het ook mat zou worden na 1. hxg6, fxg6; 2. Txh7,.  Het antwoord luidt simpel: totaal niet. Zwart antwoord niet met 2. .., Df8 of Ld3 of g5, maar slaat gewoon Txh7 met zijn Toren die op a7 staat en na 1…, f6 in het spel is gekomen. En daarna kun je het schudden als Wit.

Oplosklassement:
  1.            Fred                               3  punten
2/3.         Robbie, ErikV               2 punten

4.            EricL                              1½ punt

5 t/m 7   Albert, FrankS, Henk     1 punt

Probleem 3 van 28 september 2015


Wit aan zet geeft in maximaal 5 zetten mat.


Als je met je partij bezig bent, is het maar de vraag of je ziet dat er mat in 5 in de stelling zit.
Nu we deze voorkennis hebben, hebben we ook meteen een aanknopingspunt om ons denken richting te geven.
Kijken we naar de stelling, dan valt meteen op dat de zwarte Koning geen stukken heeft die hem verdedigen en dat Wit drie potentiële aanvallers heeft. Verder zou kunnen opvallen dat de zwarte monarch alleen zwarte velden heeft om te bewandelen.
Kijken we naar de stelling van Wit, dan zien we dat Bogdanovic  over een Toren beschikt die, als de Koning van Suetin op de g-lijn verschijnt, daar ook meteen op gaat staan. Verder  is het goed om de stille kracht van pion f4 in te zien. Dat kleine ding staat daar prachtig. Kun je de Koning naar voren lokken, dan dient de pion als obstakel voor de Koning en als steunpunt voor Toren en Dame. Tot slot: na 1. Db8+ (wat anders?) moet er steeds schaak worden gegeven, anders gaat Wit mat achter de paaltjes. (Dit is het gebruik maken van onze voorkennis).
Dus:  1. Db8+, Kd6; Nu moet de Koning middels schaak naar voren worden gelokt. Veel keus is er niet, 2. Lf6+, Kxf6;  En nu kunnen we hem verder opjagen naar velden waar hij niet graag heen wil: g6, g7 of f5. 3. Dd8+, en hier gaf Suetin op, want mat is onafwendbaar.
3. …, Kg6; 4. Dg5#
3. …,  Kf5: 4. Dg5+, Ke4; 5. De5#
Na 3. …, Kg7 blijkt de matvoering toch nog één .zet langer te duren:
3. …, Kg7; 4. Tg3+, Pg4; 5. Txg4+, Kh6;  6. Dg5# of Dh4#

Dit naar door middel van een offer naar voren lokken van de vijandelijke Koning met het doel hem binnen het bereik van de eigen stukken te krijgen, is een techniek die bij matvoeringen vrij vaak kan worden toegepast. Nu jullie dit gezien hebben, kunnen en durven jullie dit voortaan ook.

Oplosklassement:

  1. Erik V, Fred                           2 punten
  2. Robbie, Albert, Frank S         1 punt.

6.   EricL,                                     ½ punt.