barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

Probleem van maandag 30 mei, ronde 13












Wit geeft op de vierde zet mat


Het eerste wat ik dacht toen ik naar deze stelling keek was; “ Als dat Paard op e8 daar niet stond, was het mat in één. Dat Paard moet dus weg.”  Dat bleek , bij nader inzien, makkelijker gedacht dan uitgevoerd. Het matveld is dus niet h7. Bij nadere beschouwing viel de geweldige positie van de witte Lopers op. Loper b2 kijkt door de witte Toren heen naar g7 en h8, Loper d3 is, al staat er nog wel wat in de weg, gericht op h7. Verder viel op dat als Toren e5 op h5 zou staan, mat een fluitje van een cent zou zijn. Helaas staat Paard f5 in de weg. Dus;
1.Pe7+, Dxe7;  Nu faalt meteen Th5 op f6; directe achtie en grof geweld is hier nodig!
2.Dxh7+, Kxh7; (de h-lijn wordt geopend en de Koning wordt in een penning gelokt)
3.Th5+, Kg8; 4. Th8 mat. (Spielmann – Hönlinger, Wenen 1929)

Ook deze week was Paul de enige die de goeie oplossing had ingeleverd. Met nog een ronde voor de boeg, is dit de stand:

Stand:
1           Paul                     7 punten
2           Joop                     6 punten
3           Albert                   4 punten
4/5         Patrick en Robbie        2 punten
6 t/m 8     Ben, Chiel en Emile      1 punt