barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

Probleem 6 van 17 oktober 2016



D.Muse – Mart. Fischer,

2de Bundesliga 2007/8


Wit begint




Zo’n fijne, open stelling als Wit heeft, wil iedereen natuurlijk wel hebben. Het aardige eraan  is dat wie doorkneed is in het oefenen met de opgaven uit Stap 2 en 3 meteen een aantal kenmerken ziet: dreiging via de open h-lijn,  dubbele aanval, kwetsbaarheid van de achterste rij en vooral: lokken. Ook de positie van Paard f3, dat van daaruit naar  g5 lonkt om een Koning op h7 schaak te geven,  zal meteen in het oog springen. En dan heeft die Muse ook nog een Dame die vanaf h4 dreigt mat te geven en Toren d8 te slaan. Komt de Dame eenmaal op d8, dan bestrijkt ze de achtste rij, de diagonaal d8-h4 en vanaf h4 ook nog de h-lijn.

De oplossing.

Meteen 1. Dh4 niet werkt vanwege 1. .. De4+; .  1. Dh4 zou wel werken als de Koning van Zwart op h8  zou staan. Die moet dus daarheen worden gelokt.

1.     Th8+, K:h8; 2. Dh4+, Kg8; 3. D:d8+, Kh7; 4. Pg5+, Kh6; 5. P:f7+,
En nu is het afgelopen.
5. .., Kh7; 6. Dh8#
5. .., Kh5; 6. Dg5# of 6 Dh4#.

Oplosklassement:

1 t/m 2  Tony en Henk 3 punten
3 t/m 4 Albert en  Joop 2 punten
5 t/m 6  Joke en Robbie 1 punt

Probleem 5 van 3 oktober 2016



slot van een studie
van G. Bernhardt, 1923


Wit begint.

Wit staat er nogal beroerd voor. Alleen een wonder of een wel zeer geniale inval kan hem nog redden.

  
We kijken naar de stelling. Wit heeft één vrijpion, Zwart heeft er, na Lxg3, drie. Zwart kan wel de witte vrijpion tegenhouden (bekijk dat zelf maar), de witte Koning niet elk van de drie zwarte.  Een probleempje voor Zwart is dat zijn d-pionnen zijn diagonalen naar a7 en c8 onderbreken en dat het opspeleen daarvan de witte a-pion de gelegenheid geeft op te rukken richting promotieveld.
Wat bij het bedenken van een strijdplan voor Wit helpt,  is als we zien dat de eerste zet van Wit niet 1. a5 kan zijn, omdat 1. .., Ke2; en 1. .. , d3 winnend voor Zwart zijn. Ook na 1.Kxd4 verstoren 1. .., Ke2 en 1.., d3 de vreugde. De zet waarnaar we dus serieus moeten kijken, is 1. Kd3, .. ;.(die voorkomt beide zetten en houdt de diagonaal g1–a7 gesloten).  Na 1. .., Lxg3;  zal d4 – d5 gespeeld moeten worden  om de Loper bijtijds op b8 te krijgen. Na d4-d5 heeft de witte Koning nog één zet: Kxd4: er komt iets patachtigs in de stelling! De witte vrijpion moet er dus af en de zwarte Loper moet pion d4 gaan dekken. En laat dat nou mogelijk zijn!!
  1. Kd3,  Lx g3; 2. a5, d5; 3. a6, Lb8; 4. a7!! , Lxa7; PAT

De eerste zetten, zelfs de eerste drie zetten van Wit en Zwart werden gevonden, maar de clou van dit probleem, nl. dat het op listige wijze pat kon worden, ontging het gezelschap van oplossers.


Oplosklassement:

1.Tony                                   3 punten
2 t/m 3 Henk en  Joop                    2 punten
4 t/m 6  Joke, Albert, Robbie            1 punt