barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

Probleem 13 van 30 januari 2017


Wit begint en wint.


J. Sohier – Fleurent, 

Parijs 2002





Iedereen die matbeelden herkent en zich van Stap 2 de aftrekaanval nog herinnert, zal al snel kijken naar wat de gevolgen zijn van 1. D:h7+, K:h7; 2. h:g6++.  Onze Dame zijn we nu kwijt, maar twee verdedigers zijn opgeruimd en Td3 staat klaar om ten aanval te trekken.
Speelt Zwart nu 2. .., K:g6; dan leidt 3. Tg3+, Kf5; 4. Tf1 tot mat. Die Florent is dus niet gek en in plaats van pion g6 te slaan, trekt hij zich terug naar g8.
We hebben dus: 1. D:h7+, K:h7; 2. h:g6++, Kg8.; . Hoe nu verder?  3. Th8 is niks en Torens verdubbelen lukt net niet: 3. Tdh3, Lg7; 4.Th7, f:g6; 5.T:g7+, D:g7; 6.f:g7, K:g7; en Zwart staat beter. Deze variant mislukte dus omdat de enige overgebleven verdediger, Lf8, roet in het eten gooide. Die Loper moet dus worden uitgeschakeld of ontwapend. Lukt dat niet, dan kunnen we de Dame in plaats van te offeren beter terugtrekken. Dan kijken we nog naar een andere kandidaat zet: 3. g7.  We vallen de Loper aan en dreigen mat op h8. Met  3. . .., L:g7 begeeft de Loper zich na 4. Tg3 in een penning en nu is er geen ontsnappen meer aan mat. Wat Zwart ook speelt, er volgt T:g7+ en Th8#.
Samengevat: 1.D:h7+, K:h7; 2.h:g6++, Kg8; 3. g7, L:g7; 4. Tg3, Kf8; 5. T:g7, ?; 6. Th8#.

Oplosklassement:
1  Henk 6 punten
2  Tony 4 punten
3  Joop 3 punten
4  en 5 Albert en Robbie 2 punten
6  Joke 1 punt

Probleem 12 van 9 januari 2017



Sutovsky – Smirin, 

Tel Aviv, 2002


Wit begint.





Je oog hoeft niet heel geoefend te zijn om te zien dat de stelling van Zwart vrij beroerd is.
Paard h7 kan niet spelen, Paard a5 staat niets te doen, Toren a8 moet nog in het spel worden gebracht. Al heeft hij dan een Paard meer, in feite speelt Smirin met drie stukken minder.  Behalve het snoepen van een of twee pionnetjes, is er weinig voor hem om naar uit te kijken.
Dan zal die Sutovsky meer genieten van de stelling en vooral van de positie van zijn Paard, dat vanuit f5 de zwarte velden voor de Koning beheerst. Zijn grootste probleem lijkt me een keuze te maken uit de diverse winstvoeringen: c3 (om de diagonaal van Dame b2 te onderbreken) wint, Th4 wint. Met deze constatering zou je tevreden kunnen zijn, maar zo niet Sutovsky, want die zag dat er mat in de stelling zit en wel hierom.  
We kijken eerst wat die stukken van Wit staan te doen. De Dame staat klaar om op h7 in te slaan (het forceren van toegang), Torene4 staat klaar om naar de h-lijn te gaan, de Toren op f1 beheerst de  f-lijn en dekt Paard f5 en Paard f5 ontneemt de Koning het vluchtveld g7.
Dit alles geeft aanknopingspunten. Het is duidelijk dat na 1. D:h7+, K:h7; 2. Th4+,  de Koning alleen naar g6 kan. En na Th6+, dat het vluchtveld f6 afsluit, wordt de Koning verder het vrije veld ingejaagd. Dus: 2. .., Kg6; 3. Th6+, Kg5;  Nu ligt de Koning binnen het bereik van pion h2 en na h2 – h4+, raakt de Koning steeds dieper in vijandelijk gebied verzeild.en moet naar g4. Wat je, om je Dameoffer te rechtvaardigen, moet zien is dat je met h2 – h4 niet alleen naar voren lokt, maar ook de terugtocht afsnijdt. Zie je dat, dan is de rest niet moeilijk meer. 4. h4+, Kg4; 5. Pe3+, Kg3; 6. Tf3#

Oplosklassement:
1  Henk                           6 punten
2  Tony                           4 punten
3  Joop                           3 punten
4  en 5 Albert en Robbie          2 punten

6  Joke                           1 punt

Probleem 11 van 2 januari 2017


Zwart begint en wint.












E. Peralta -  Roselli,

Montevideo  2001







Zo opgesloten door de eigen onderdanen als de Koning op h1 is, dat zie je normaliter alleen bij revoluties. Dat is heel treurig voor zo’n Koning. Deze wordt bovendien nog bedreigd door de voorste linie van de vijand (Dame, Loper, pion g3), terwijl daarachter de cavalerie klaar staat om aan het gevecht deel te nemen. Dit alles ziet er dus gunstig uit voor Roselli. Toch zal hij haast moeten maken, want Peralta staat klaar voor een tegenoffensief.
Nadere beschouwing van de stelling leert ons al snel dat de stukken die de frontlinie van zwart vormen, niet voldoende zijn om er mat van te maken. Daarvoor zijn hulptroepen nodig en dat moeten de Paarden op g6 en h7 zijn. Maar die staan een behoorlijk eind van het strijdgewoel verwijderd. Bovendien worden de velden waar ze naar toe moeten al ingenomen door medestrijders. Dit alles leidt tot de conclusie dat de Koning van Wit uit zijn gevangenis de vrije ruimte in moet worden gelokt en dat loper h3 en Dame h4 daar weg moeten. We zullen of deze conclusie juist is.
  1. .., Lg2+, 2. K:g2,  Dh3+; 3. K:h3 (3.Kh1, g2#),  Pg5+, 4. Kg2, Ph4+; 5. Kh1, g2#.
 Jawel, dus. Fraai, dat Dameoffer op de tweede zet en fraai, zo’n rijtje logische maar dodelijke zetten.

Oplosklassement:
1  Henk                             6 punten
2  en 3  Tony en Joop               3 punten
4  en 5 Albert en Robbie            2 punten

6  Joke                             1 punt