barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

Probleem 23


K.Havasi – A. Sacconi, 

Folkstone Olympiade 1933


Wit begint en wint.




De Torens van Sacconi hebben vooral als functie te voorkomen dat Havasi mat achter de paaltjes geeft. Daar staat als pluspunt tegenover dat pion a3 wel heel dicht bij promoveren is. Daar hier weinig aan te doen valt, zal Wit naar snelle en rigoureuze tegenmaatregelen moeten zoeken. Dat ie het daarbij in eerste instantie niet van zijn twee Torens moet hebben, zal duidelijk zijn. Die krijgen pas betekenis als één van de Torens van de tegenpartij van zijn functie ontheven wordt of overbelast raakt. Gelukkig, maar waarschijnlijker met diep inzicht, heeft Havasi nog een dreiging in zijn stelling gevlochten. We kijken naar pion e5, Lh4 en Dg4 en naar de drie zwarte pionnen op de zevende rij. Dan kan opvallen dat als pion g7 daar niet stond, het mat in één zou zijn. Ook niet moeilijk in te zien, is dat er na 1.Lf6, gXf6; 2.eXf6. ..; wederom mat in één dreigt. Op deze weg moesten we dus maar eens doordenken.

  1. Lf6, gxf6; (1. .., Tg8; is geen verbetering, want dan volgt: 2.Dxg7+! , Txg7 – ha, overbelasting-, 3.  Td8+, Txd8; 4. Txd8#) 2. exf6, Tg8; 3.Td8, Tcxd8; 4. Txd8, Txd8; 5. Dg7#.
Het aardige aan deze combinatie vind ik dat de hoofdrol daarin gespeeld werd door dat lullige pionnetje dat van e5 doorschoof naar f6.  Zo’n pion op de zesde rij in de buurt van de Koning, hier dus op f6, g6 en h7 (f3, g3, h3 voor Zwart) noemen de Engelstaligen een ‘pawn wedge’, een pionwig (wigpion?). Zo’n pion beperkt de mobiliteit van de Koning,  scheurt de verdediging uit elkaar en geeft  niet zelden het motief voor een matvoering. In de aanval is ze vaak net zo sterk als een lichtstuk (in bovenstaande stelling net zo sterk als een Loper), soms sterker.
Bron: Arthur Yusupov, Boost your chess 1, hoofdstuk 7 : the pawn wedge.

Oplosklassement:

1.  Fred 9 punten
2.  Henk 8 punten
3.  Joop 6 punten
4.  Robbie 5 punten
5/6       Albert en Erik V 4 punten
7.        FrankS 2 punten
8/9   Tony en Joke 1 punt