Het probleem van afgelopen maandag (11-11-13) bleek moeilijker dan het leek. Velen voelden zich geroepen en stortten zich vol overgave op de stelling, maar helaas, niemand was zo vindingrijk als de mij onbekende Bauer ooit was. Dit kon natuurlijk niet. Wat zullen we nu toch hebben? Ene Bauer vindingrijker dan Eric L, Fred, Paul, Henk,Chiel? om er maar eens een paar te noemen? Gods onmogelijk. En zo is het maar net. Bij het noteren van de stand had ik een klein maar cruciaal foutje gemaakt, waardoor er van mat in drie of vier geen sprake meer was. Sorry, mensen. Volgende week beter.
______________________________________________________________________
Met de stukken op de goede velden bleek het vinden
van de juiste voortzetting een stuk eenvoudiger. Dit was de stelling.
(Bauer
– Gelner, Berlijn 1956)
En de opgave was:
Wit
geeft in drie of vier zetten mat.
Het
prettige van een schaakprobleem is natuurlijk dat er verzekerd wordt dat je met
een probleem hebt te maken dat in een vooraf gegeven aantal zetten op te lossen
is. In een partij moet je dat allemaal zelf zien uit te vogelen. Een gevolg
hiervan is dat je bij het oplossen van een probleem anders kunt denken dan in
een partij.
We
kijken naar de stelling. Alle stukken van Wit + de pion op f4 zijn direct of
indirect op de zwarte koningsvleugel direct. Zwart kan daar drie verdedigers
tegenoverstellen. Verder valt op dat veld
g7 driemaal verdedigd wordt (dus dat zal wel geen aanvalsdoel zijn) en dat de witte Loper op e6 staat aangevallen.
In
een partij zou je op het idee kunnen komen hem re redden en Lxc4 of Lf5 kunnen overwegen. Nu weten we dat
dit soort zetten tijdverlies betekent en
dat er daden moeten worden gesteld. De enige manier om deze Loper te redden
en tegelijk een daad te stellen is
natuurlijk: schaak geven.
Dus: Txh6+, als zwart nu terugslaat met 1. …, Kxh6, dan is het niet zo moeilijk om te zien dat het mat loopt na 2. Dg5+, Kh7; 3. Dh4+, Kg6;
Dus: Txh6+, als zwart nu terugslaat met 1. …, Kxh6, dan is het niet zo moeilijk om te zien dat het mat loopt na 2. Dg5+, Kh7; 3. Dh4+, Kg6;
4. f5++.
Veel aardiger en eleganter wordt het als zwart met de g-pion terugslaat.
Txh6, gxh6; nu ligt de g-lijn open en zou dat Paard op f6 daar niet staan, dan zou, met behulp van de machtige Loper op b2, Lf5 mat zijn. Dat Paard moet daar dus weg. 2. Lg8+ werkt niet wegens 2. ..., Kh8. Dan blijft er niet veel anders over dan: 2. Dg8+, Pxg8; 3Lf5 mat.