Wit begint en wint.
Vind de eerste twee zetten
Wil je de hele partij zien, klik dan hier.
Deze stelling kwam uit een partij tussen Bannik en Nikolayevsky, mij twee totaal onbekende schakers, die in 1958 werd gespeeld in Odessa.
Hoewel
ik zeer kan genieten van dwingende combinaties met mat in zes of meer, kan ik
ook euforisch worden van het raffinement dat in de oplossing van stellingen als
deze zit.
Waar
het om gaat is wel duidelijk. Wil wit winnen, dan zal er gepromoveerd moeten
worden. Nadere beschouwing leert dat dit nog niet zo eenvoudig is. De b-pion
hangt en als de g-pion gaat lopen, wordt hem de pas afgesneden door de zwarte
Loper. Die kan je dan wel proberen te verdrijven met je Koning en eventueel kan
de Loper daarbij ook assistentie verlenen, maar dat wordt weer een hele lange
weg naar Tipperary. Fritz geeft
bijvoorbeeld deze variant:
- Kf3, Kd5; 2. g6, Ke6; enz. en bereikt dan na 14
zetten een stelling waarin het na 79 mat is.
Ook
: 1. g6, Ld3; 2. Kf3, Kxb5; 3. Ke4, … is winnend, maar ook deze variant is
vooral een oefening in geduld en concentratie.
Er
moet dus een snellere en elegantere manier zijn om dit probleem op te lossen
(want anders zou het geen probleem zijn, natuurlijk). En die is er.
Voor
Wit is het duidelijk dat Zwart niet meteen Ld3 moet kunnen spelen. Verder valt
op dat de witte Loper weinig anders staat te doen dan loeren naar de pion op
b6. En als die pion op b5 ook nog eens
een vrijpion zou kunnen worden, dan moet die zwarte Loper welhaast kunnen
toveren om ze allebei uit te schakelen. Afleiding en bevrijding lijken derhalve
de sleutelbegrippen. En als je zover
bent, dan ben je bij de oplossing.
- Lxb6!, Lc3; 2. La5! Na 2. …, Lxa5 volgt 3. g6, Lc3; 4.b6, Kd5, 5. b7 enz..
- Of: 2. …, Le5 en dan gaat eerst de b-pion lopen en daarna de g-pion.