barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

Het probleem van maandag 22 mei 2017


Karjakin 2774 – Onischuk 2613, 

Kazachstan 2016


Wit begint en zet Onischuk in zes of zeven zetten mat.




Wat  voor Karjakin niet prettig is, is dat zowel zijn Dame als zijn Toren instaan: één van beide zal hij dus moeten verliezen. Dat hij, als zo de problemen liggen, liever zijn Dame redt dan zijn Toren, ligt voor de hand. Rest de vraag: waar moet die Dame heen?  Omdat de Dame op c3 staat te verhinderen dat Karjakin in een paar zetten wordt matgezet, zou het fijn zijn als zo verplaatst kan worden dat daar een, liefst dodelijke, dreiging mee gepaard gaat. En die mogelijkheid is er. Na 1. De5+ is Onischuk gedwongen de Toren te slaan – anders gaat ie mat op de achterste rij –, is de Koning van Zwart afgesloten van zijn troepen en na 2. Lc4+ is ook de Loper in het spel betrokken. Het moet dan wel gek lopen als hier geen mat in zit en inderdaad, zo gek loopt het niet.
  1. De5+, K:d7; 2. Lb5+, Kd8;  3. De8+, Kc7; 4. Dd7+,  Kb8; 5. Dd8+, Kb7; 6.   Lc6+, Ka6; 7. Da5#
Oplosklassement:
1        Henk             7 punten
2        Tony             4 punten
3.       Joop             3 punten
4 en 5   Albert en Robbie 2 punten
6        Joke             1 punt

Probleem van 15 mei 2017


Zwart begint en wint. 

Geef de eerste zeven zetten.








Of dit een wet is, weet ik niet, maar soms denk ik: “Hoe minder stukken er op het bord staan, hoe ingewikkelder het is.”  Neem deze stelling nou. Ze komt uit een partij tussen Ljubovic en Browne, toch geen amateurs, en ik vond haar in het boek “100 endgames you must know” van Jesus de la Villa. Browne was aan zet en speelde 1. .., f4; en daarna volgde 2. Kb4, f4; 3. Kc4 en het werd remise. Ook de oplossing van Joop;:1…, Kb7 en die van Erik: 1. .., Kc5 leiden tot remise. Toch is dit een gewonnen stelling voor Zwart.

(KLIK HIER en speel de gehele partij na en zie hoe die tot remise heeft geleid.) 

Wat weet Jesus dat wij niet weten?  Hij weet wat je in dit soort stellingen, waarin je er niet komt met het tellen van hoeveel zetten er wederzijds nodig zijn om te promoveren, met koningszetten moet beogen, welke doelen je met die zetten moet hebben.
Voor het winnen van dit eindspel zijn dat deze drie.
  1. Binnen het vierkant van de vijandelijke pion blijven of er op tijd in te stappen.
  2. Het er voor zorgen dat de vijandelijke Koning niet bij je vrijpion kan komen
  3. De vijandelijk Koning naar een veld dwingen waar ie niet fijn staat. In dit geval: mocht de f-pion promoveren, dan zou het fijn zijn als de Koning van Ljubovic op a6 staat, want dan promoveert Browne met schaak en wint hij een tempo.

Met deze kennis gewapend kunnen we de eerste zet vinden: 
1. .., Kd5; (voorkomt een toekomstig schaak, verhindert de Koning van Wit in de buurt  van pion f7 te komen en blijft in het vierkant). 2. b4 (2. Kb4, Kd4 leidt tot de hoofdvariant, dus dat geloven we wel/maar)
2. .., f5; 3. b5, f4; 4. b6, Kc6!; (dwingt de Koning naar het fatale veld) 5. Ka6, f3; 6. b7, f2; 
7. b8D, f1D+;  en daarna verdwijnt de witte Dame van het bord.

Oplosklassement:

1       Henk                    7 punten
2       Tony                    4 punten
3.      Joop                    3 punten
4  en 5 Albert en Robbie        2 punten

6       Joke                    1 punt

Het probleem van 10 april 2017

Wit begint en weet het remise te houden.

Dit eindspel komt uit ‘100 Endgames you must know’ van Jesus de la Villa.  Die titel klinkt pretentieus, maar Jesus maakt het waar: er valt veel van zijn boek te leren. Neem de positie die hier boven staat. het ligt voor de hand te denken dat Wit, wil ie het remise houden, met een schaakje moet beginnen. Dan rijst de vraag: op d3 of op e2?  


We proberen 1. Pd3+,  Kd2;  en het Paard wordt weggedreven. Dan kan Wit nog een poging wagen met 2. Pc5+, maar na
2…,  Kc3;  3.Pe4+, Kd3; 4. Pc5+, Kc4;  en de pion promoveert. 
1. Pd3+ is dus kennelijk niet de zet en dan moet het 1. Pe2+ zijn. Laat ons zien hoe dat daarna verder gaat. Dus: 1. Pe2+, Kd2;  2. Pd4, c1D; 3. Pb3+=.

Of: 1. Pe2+, Kd1; 2. Pc3+, Kd2;  3. Pa2=.

Dit kan je natuurlijk allemaal berekenen, maar het leven wordt een stuk gemakkelijker als je de regel kent die in deze positie wordt gedemonstreerd.
Tegen een pion die op één van de vier centrale lijnen (c,d,e,f) op de 2de of 7de  rij staat, is het remise als je het promotieveld vanaf de zijkant van de pion kunt controleren.
Toegepast op de positie hierboven: aanvallen vanaf de achterkant : 1Pd3+ verliest, aanvallen vanaf de zijkant: 1. Pe2+, (en daarna vanaf a2) levert remise op.

Oplosklassement:
1  Henk                          7 punten
2  Tony                          4 punten
3. Joop                          3 punten
4  en 5 Albert en Robbie         2 punten
6  Joke                          1 punt

Probleem van 20 maart




Wint begint. Geef de winnende zet.

Bukic – Marovic, 1968






De stelling lijkt op het eerste gezicht op remise af te stevenen. Wit heeft weliswaar twee ver opgerukte v rijpionnen, maar die lijken er vrij makkelijk afgeramd te kunnen worden. Wit pakt ook een pionnetje mee en dat is het dan wel. Maar zo is het dus niet; Bukic heeft een list verzonnen. Die berust a: op het inzicht dat er na T:a7 en K:d7 een penning op f7 inzit en dat na Tf8+, K:d7 de a-pion kan promoveren.)penning van een veld). De Toren moet dus kennelijk naar de f-lijn.
  1. Tf6, K:d7; de dreiging was: 2.a8D+, Ta:8; 3. Tf8+ of 2. Tf8+, en dan 3. a8D.  Speelt zwart 1. .., T:a7; dan 2. Tf8+, K:d7; 3. Tf7+. 2.Tf8!.  en na 2. .., T: a7 volgt 3. Tf7+.
En toen geloofde Marovic het wel.

Oplosklassement:

1   Henk                       7 punten
2   Tony                       4 punten
3   Joop                       3 punten
4/5 Albert en Robbie           2 punten
6   Joke                       1 punt

Probleem 18


Het probleem van 13 maart 2017

Na 1. .., Td2; 2. Pa4, …  

bereikt Zwart winnend voordeel. 

Hoe?



In de partij waaraan deze stelling ontleend is, moest de zwartspeler, Sanz Aguado, de zet 1…, Td2 zelf vinden, maar omdat dit op het eerste oog vrij simpele eindspel waarin niet veel aan de lijkt behoorlijk opmerkelijk is en wel heel subtiel, heb ik die eerste zet maar gegeven. Desondanks slaagde niemand erin de winnende zettenreeks te vinden. Het briljante van deze Aguado is dat hij inzag dat zijn dubbelpionnen zo sterk waren, dat de voorste ervan promoveren kon! En dat niet alleen, hij wist ook hoe. Wat er in een hoofd moet omgaan om dit te berekenen, gaat mij boven de pet en dus geef ik maar meteen de oplossing.


2. …, T:b2!!; 3. P:b2, c3;. Na 4. Pd3, volgt 4. .., c4; 5. Kf1, c:d3 en wint. Als Wit in plaats van 5.Kf1  5. T:b6 speelt, volgt 5. .., c:d3; 6. Kf2, c2 of 6. Tc6, d2.
Maar Wit kan de zetvolgorde wijzigen en meteen op b6 inslaan, waarmee de combinatie onschadelijk gemaakt lijkt. Dus: 4. Tb6, c4!!; Als nu 5. P;c4 dan 5…, c2 en de pion promoveert. Tot niets leidt ook: 5. Te6, c:b2; 6.Te1, c3; Zo blijft er maar één zet over:
5. Tb4, a5!; 6. P:c4 (6. T:c4, c:b2), c2;. En Wit gaf op.

Oplosklassement:
1        Henk                     6 punten
2        Tony                     4 punten
3        Joop                     3 punten
4 en 5   Albert en Robbie         2 punten

6        Joke                     1 punt

Probleem 17


Het probleem van 6 maart 2017

Zwart begint. 

Mat in 7.





Wit lijkt op het eerste gezicht een gevaarlijke aanval te hebben (en dat heeft ie ook), maar toch, de kansen van Zwart moeten we niet onderschatten. Die hebben te maken met de opstelling van de batterij Loper b7 (die naar believen twee diagonalen bestrijkt) en Paard e4 en de kwetsbaarheid van de witte verdediging. Denk Paard e7 weg. een Toren op g8 en inslaan op f3 en wie dan op een winnaar wil gokken zal zijn geld op Zwart zetten. En zo hebben we meteen de stelling die we bereiken willen.
1…, T:e7; 2. D:e7, D:f3;  slaat Wit nu 3.T:e4 en Zwart 3. .., D:e4: dan wordt het, sorry mannen, geen mat in 7 maar staat Zwart gewoon gewonnen. In de partij waaraan deze stelling is ontleend, werd echter niet het Paard maar de Dame geslagen en toen werd het wel mat in 7, eh …, in 8..
3. g:f3, Tg8+; 4. Kf1, La6+; 5. Te2; Pd2+; 6.Ke1, Pf3+; 7. Kd1, Tg1+; 8.  Te1, T:e1#

Oplosklassement:
1  Henk                                    6 punten
2  Tony                                    4 punten
3. Joop                                    3 punten
4  en 5 Albert en Robbie                   2 punten
6  Joke                                    1 punt

Probleem 16


Wit begint en het eindigt met mat.

(J.Sanchez – P. Pascal, Montpellier 2005)









Dat Sanchez een gevaarlijke aanval heeft over de diagonaal a1 – h8 is wel duidelijk. Dat hij een paar pionnen achter staat is dat ook Hij zal dus snel moeten toeslaan en de vraag is: hoe? Degenen die probeerden hierop een antwoord te vinden, beten zich allemaal vast in 1. D:e6, f:e6. Maar Pascal heet natuurlijk niet voor niets zo, die is niet gek en slaat niet (hij ziet ook wel dat er dan mat in 6 inzit) maar speelt 1. …, Tg7. Dan staat ie weliswaar verloren, maar als ie uit hetzelfde hout als bijvoorbeeld Chiel is gesneden, dan moeten er nog heel wat zetten worden gedaan om de buit binnen te halen.
Wat helpt, is als je in je hoofd een beeld van standaard matposities hebt zitten,  als je je uit Stap 3 de verwoestende werking van aftrekschaak herinnert en dat de kortste weg naar de Koning via het opruimen van zijn verdedigers loopt (het forceren van toegang).. En de sleutel ligt bij de beroerde positie van de Koning van Zwart, die, daartoe gedwongen alleen naar h8 kan, waar hij onder vuur van Loper c3 komt te liggen.en weer terug naar h7 moet.
1.D:e6 was dus de zet niet.
Maar wat te denken van 1.D:f7+ ?  Na 1. .., L:f7; 2. T:7,  is 2. .., Tg7;  gedwongen en na
3. T:g7+, Kh8;  kunnen we af gaan trekken, waarbij de zwarte Koning van tussen h7 en h8 op een neer wordt gejaagd. Omdat we de 7de rij hebben leeggemaakt, komt er een moment dat Td7 mat moet zijn. De oplossing in zijn geheel:
1D:f7+,  L:f7; 2. T:f7+, Tg7; 3. T:g7+, Kh8; 4. T:g6+, Kh7;  5. Tg7+, Kh8; 6. Tg3+, Kh7;
7. Td7#

Oplosklassement:
1        Henk 6 punten
2        Tony 4 punten
3.       Joop 3 punten
4  en 5 Albert en Robbie     2 punten
6        Joke 1 punt

Probleem 15


V.Lazarev – N.Friedrich, 
Cattolica 2005


Wit begint.






Wat is hier aan de hand? De Dame van Lazarev staat aangevallen en gepend en dat is hinderlijk. Daartegenover staat dat de Loper op c2 en de Dame op e6 de witte velden rondom de Koning van Friedrich beheersen. Bovendien staat daar op h4 nog een Paard dat, wanneer de Koning op een zwart veld staat, hem naar een wit veld kan jagen waar hij weer onder vuur van Loper of Dame komt te liggen. Aldus denkend dient zich een patroon aan: schaak, aftrekschaak, schaak enz. Laat ons dat eens proberen.
  1. Pg6+, Kh7;  (nu moet het Paard zo worden weggespeeld dat het na 2. .., Kh8, opnieuw schaak kan geven) 2. Pe5+, Kh8;  3. Pf7+, Kg8; (nu ligt de Koning onder vuur van de Dame, dus:) 4. P:h6++; Kh8  (4. …, Kf8; 5. Df7#)en nu doemt het matbeeld op  waar iedere schaker van droomt en dat in een schakersleven zelden of nooit voorkomt: 5. Dg8+!  En hoe Zwart de Dame ook slaat, er volgt altijd 6. Pf7#.

Fraai, zo’n paardendans, … feestelijk, zo’n stikmat!

Oplosklassement:
1        Henk                 7 punten
2  en 3  Tony en Joop         4 punten
4  en 5  Albert en Robbie     2 punten
6        Joke                 1 punt

Probleem 14


Het probleem van 13 februari 2017

Van Kemenade – S. James,  British League 2006/7

Wit begint. 

Geef de eerste vier zetten






Je hoeft niet lang naar deze stelling te kijken om in te zien dat 1. Pf6+, L:f6; 2.D:f6, .. ; op de volgende zet mat is. Maar helaas, op d7 heeft Zwart een Paard staan dat deze eenvoudige matvoering verhindert. Maar wat een bof: dat kunnen we er met Td5:d7  aframmen. Maar dan slaat Zwart de Toren met zijn Paard en is veld f6 weer verdedigt. Maar ons geluk kent geen grenzen, deze nieuwe verdediger schakelen we uit met td1:d7 en daarna kan niets ons meer verhinderen om handenwrijvend van plezier de  hierboven al aangekondigde matvoering te realiseren. 
Dus:

  1. T:d7, P:d7; 2. T:d7, T:d7 (of D:d7); 3. Pf6+, L:f6; 4. D:f6  en mat is onafwendbaar, zoals Henk terecht noteerde.
Oplosklassement:
1        Henk 6 punten
2        Tony 4 punten
3        Joop 3 punten
4, 5     Albert en Robbie     2 punten
6        Joke 1 punt

Probleem 13 van 30 januari 2017


Wit begint en wint.


J. Sohier – Fleurent, 

Parijs 2002





Iedereen die matbeelden herkent en zich van Stap 2 de aftrekaanval nog herinnert, zal al snel kijken naar wat de gevolgen zijn van 1. D:h7+, K:h7; 2. h:g6++.  Onze Dame zijn we nu kwijt, maar twee verdedigers zijn opgeruimd en Td3 staat klaar om ten aanval te trekken.
Speelt Zwart nu 2. .., K:g6; dan leidt 3. Tg3+, Kf5; 4. Tf1 tot mat. Die Florent is dus niet gek en in plaats van pion g6 te slaan, trekt hij zich terug naar g8.
We hebben dus: 1. D:h7+, K:h7; 2. h:g6++, Kg8.; . Hoe nu verder?  3. Th8 is niks en Torens verdubbelen lukt net niet: 3. Tdh3, Lg7; 4.Th7, f:g6; 5.T:g7+, D:g7; 6.f:g7, K:g7; en Zwart staat beter. Deze variant mislukte dus omdat de enige overgebleven verdediger, Lf8, roet in het eten gooide. Die Loper moet dus worden uitgeschakeld of ontwapend. Lukt dat niet, dan kunnen we de Dame in plaats van te offeren beter terugtrekken. Dan kijken we nog naar een andere kandidaat zet: 3. g7.  We vallen de Loper aan en dreigen mat op h8. Met  3. . .., L:g7 begeeft de Loper zich na 4. Tg3 in een penning en nu is er geen ontsnappen meer aan mat. Wat Zwart ook speelt, er volgt T:g7+ en Th8#.
Samengevat: 1.D:h7+, K:h7; 2.h:g6++, Kg8; 3. g7, L:g7; 4. Tg3, Kf8; 5. T:g7, ?; 6. Th8#.

Oplosklassement:
1  Henk 6 punten
2  Tony 4 punten
3  Joop 3 punten
4  en 5 Albert en Robbie 2 punten
6  Joke 1 punt

Probleem 12 van 9 januari 2017



Sutovsky – Smirin, 

Tel Aviv, 2002


Wit begint.





Je oog hoeft niet heel geoefend te zijn om te zien dat de stelling van Zwart vrij beroerd is.
Paard h7 kan niet spelen, Paard a5 staat niets te doen, Toren a8 moet nog in het spel worden gebracht. Al heeft hij dan een Paard meer, in feite speelt Smirin met drie stukken minder.  Behalve het snoepen van een of twee pionnetjes, is er weinig voor hem om naar uit te kijken.
Dan zal die Sutovsky meer genieten van de stelling en vooral van de positie van zijn Paard, dat vanuit f5 de zwarte velden voor de Koning beheerst. Zijn grootste probleem lijkt me een keuze te maken uit de diverse winstvoeringen: c3 (om de diagonaal van Dame b2 te onderbreken) wint, Th4 wint. Met deze constatering zou je tevreden kunnen zijn, maar zo niet Sutovsky, want die zag dat er mat in de stelling zit en wel hierom.  
We kijken eerst wat die stukken van Wit staan te doen. De Dame staat klaar om op h7 in te slaan (het forceren van toegang), Torene4 staat klaar om naar de h-lijn te gaan, de Toren op f1 beheerst de  f-lijn en dekt Paard f5 en Paard f5 ontneemt de Koning het vluchtveld g7.
Dit alles geeft aanknopingspunten. Het is duidelijk dat na 1. D:h7+, K:h7; 2. Th4+,  de Koning alleen naar g6 kan. En na Th6+, dat het vluchtveld f6 afsluit, wordt de Koning verder het vrije veld ingejaagd. Dus: 2. .., Kg6; 3. Th6+, Kg5;  Nu ligt de Koning binnen het bereik van pion h2 en na h2 – h4+, raakt de Koning steeds dieper in vijandelijk gebied verzeild.en moet naar g4. Wat je, om je Dameoffer te rechtvaardigen, moet zien is dat je met h2 – h4 niet alleen naar voren lokt, maar ook de terugtocht afsnijdt. Zie je dat, dan is de rest niet moeilijk meer. 4. h4+, Kg4; 5. Pe3+, Kg3; 6. Tf3#

Oplosklassement:
1  Henk                           6 punten
2  Tony                           4 punten
3  Joop                           3 punten
4  en 5 Albert en Robbie          2 punten

6  Joke                           1 punt

Probleem 11 van 2 januari 2017


Zwart begint en wint.












E. Peralta -  Roselli,

Montevideo  2001







Zo opgesloten door de eigen onderdanen als de Koning op h1 is, dat zie je normaliter alleen bij revoluties. Dat is heel treurig voor zo’n Koning. Deze wordt bovendien nog bedreigd door de voorste linie van de vijand (Dame, Loper, pion g3), terwijl daarachter de cavalerie klaar staat om aan het gevecht deel te nemen. Dit alles ziet er dus gunstig uit voor Roselli. Toch zal hij haast moeten maken, want Peralta staat klaar voor een tegenoffensief.
Nadere beschouwing van de stelling leert ons al snel dat de stukken die de frontlinie van zwart vormen, niet voldoende zijn om er mat van te maken. Daarvoor zijn hulptroepen nodig en dat moeten de Paarden op g6 en h7 zijn. Maar die staan een behoorlijk eind van het strijdgewoel verwijderd. Bovendien worden de velden waar ze naar toe moeten al ingenomen door medestrijders. Dit alles leidt tot de conclusie dat de Koning van Wit uit zijn gevangenis de vrije ruimte in moet worden gelokt en dat loper h3 en Dame h4 daar weg moeten. We zullen of deze conclusie juist is.
  1. .., Lg2+, 2. K:g2,  Dh3+; 3. K:h3 (3.Kh1, g2#),  Pg5+, 4. Kg2, Ph4+; 5. Kh1, g2#.
 Jawel, dus. Fraai, dat Dameoffer op de tweede zet en fraai, zo’n rijtje logische maar dodelijke zetten.

Oplosklassement:
1  Henk                             6 punten
2  en 3  Tony en Joop               3 punten
4  en 5 Albert en Robbie            2 punten

6  Joke                             1 punt

Probleem 10 van 12 december 2016


Zwart begint.

Dit probleem werd niet makkelijk gevonden. Ook collectief kwam men er niet uit. Dat komt, denk ik, omdat er, na de sleutelzet, diverse wegen naar Rome leiden. Die wegen werden wel gezien, maar niet ver genoeg bewandeld.



We kijken naar de stelling. Alle stukken van Zwart zijn betrokken bij een aanval op de witte Koning, wat er te mobiliseren valt, is gemobiliseerd. Het is dus tijd om toe te slaan. De vraag is: hoe?  Omdat 1. .., Lc8 faalt op 2. d5,  en omdat er na een paardzet Torens worden geruild, ligt het voor de hand te kijken naar wat Dame h3 kan aanrichten. 1…, D:g2+; 2. T:g2 lijkt tot niets te leiden, blijft over: 1. .., D:h2+.  Het tactisch geschoolde oog zal nu, hoe Zwart ook antwoordt: 2. T:h2 of 2. K:h2 of 2. Kf2 diverse mogelijkheden tot het geven van aftrek- of dubbelschaak in de stelling geven. Om te weten of het Dameoffer correct is, moet je dus drie varianten berekenen. Daar gaan we.
  1. …, D:h2+; 2. K:h2, Lf6 (e7, d8)+; 3. Kg1, Th1:; 4. Kf2, Tf1#; 
  1. …, D:h2+; 2. Kf2, P:e4++; 3. Ke2, P:c3+; 4. Kf1, Dh1+; 5. Tg1, D:g1#
                                                    3.Kf1, Dh1+; 4. Ke2, Pc3#
1.   …, D:h2+; 2. T:h2, Pe2++; 3. Kf1, Tg1+; 4. K :e2, Te1#;.

We kunnen dus met een gerust hart inslaan op h2. 

Oplosklassement:

1        Henk                        5 punten
2        Tony                        3 punten
3 t/m 5  Albert, Joop en Robbie      2 punten

6        Joke                        1 punt

Probleem 9 van 28 november 2016


Wit begint.


G. O’Toole – A. McCumiskey, 

British Leaque 2005/6






De Koning van McCumiskey staat er beroerd voor. De witte velden zijn taboe voor hem, de zwarte velden worden hem door de eigen stukken ontnomen. Zijn bewegingsvrijheid is beperkt tot een uitstapje naar h8.
Nu is veld h8 precies het veld waarop we de Koning willen hebben, want daar staat hij bloot aan een aanval met Paard en Dame. Stap 3 begint met een hoofdstuk dat gewijd is aan het thema ‘Aftrek- en dubbelschaak: jagen en lokken. Hier zien we er een toonbeeld van:
jaag of lok de Koning naar het veld waar ie heen moet, , vorm een batterij, vuur met dreiging het kopstuk af en geef schaak met het staartstuk, en zet daarna de Koning mat. Toegepast op bovenstaande stelling: De Loper jaagt de Koning naar h8, met Pf7+ vormen we een batterij en dan spelen we Ph6 met dubbelschaak en  dan moet het wel zo’n beetje afgelopen wezen. Laat ons zien.
  1. Lf5+, Kh8; 2. Pf7+, Kg8; 3. P:h6++, Kh8;
 en hier aangekomen zien we een andere bekende combinatie opdoemen: Koning in de hoek, een Dame en een Paard die allebei het veld daarnaast bestrijken, een Toren die na Dameschaak op g8 zijn Koning nog steviger in de hoek drukt, als dat geen stikmat wordt ga ik maar eens kijken of er op de maandagavond ook ergens gebingood wordt. 
4. Dg8+, T:g8; 5. Pf7 stikmat.

Oplosklassement:

1         Henk 5 punten
2         Tony 3 punten
3 t/m 5   Albert, Joop en Robbie 2 punten
6         Joke 1 punt

Probleem 8 van 14 november 2016



Wit begint en wint. 


Salido Paulo – J. Auvray,  

Europees kampioenschap voor meisjes – 14 jaar




Tegenover  vier geduchte aanvallers moeten een Paard en een paar pionnen zien stand te houden. Dat kan natuurlijk nooit goed aflopen voor Zwart en dat doet het dan ook niet.
Wie met succes Stap 3 heeft doorgenomen, zal al snel de tactische wending ‘mat door toegang’ herkennen: je hakt de pion voor de Koning van het bord en valt aan via de lijn die daardoor geopend is. Verder zal opvallen dat de kans vrij groot is dat er met de Dame op h7 mat gegeven kan worden.  Om dat te bereiken moet of pion h5 weg of de Dame moet om deze pion wandelen. Bovendien moet dat Paard op f6 daar weg.
We slaan in ons hoofd dus eerst eens op g7 in zien en zien daar dan  dat de Dame vervolgens naar h6 doorloopt en dat de Koning van Zwart dan op g8 staat. Tg3+ is dan niet moeilijk meer te vinden.

Dus: 1. T:g7, K:g7;  2. Dg5+, Kh8; 3. Dh6+. Kg8; 4. Tg3+, P:g4+; 5. T:g4, h:g4; 6.Dh7# 

Oplosklassement:

1         Henk                           5 punten
2         Tony                           3 punten
3 t/m 5   Albert, Joop en Robbie         2 punten
6         Joke                           1 punt