barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

probleem 23

28 april 2014


(Deze stelling komt uit het boek van Stamma, 1737)










Ondanks zijn benarde positie weet Wit dit toch te winnen.
Wit is er niet best aan toe. Zijn Dame staat gepend en Zwart dreigt er met zijn volgende zet  mat van te maken. Dit betekent dat Wit zich alleen kan redden door middel van het geven van schaakjes en dan maar hopen dat een ervan tot mat leidt. Dat schaak geven kan op twee manieren, maar omdat al snel duidelijk zal zijn dat Dxb7+ op niets uitloopt, blijft er weinig anders over dan:
  1. Tf8+, Pc8 (Lc8??; 2. Pa6 mat);  Nu staat de zwarte Koning wel erg ingesloten. Zou Lb7 er niet staan , dan zou mat een peulenschil zijn. Weg dus met dat ding. 2. Dxb7+, Kxb7;  en nu wijst de weg zich vanzelf. 3. a6+, Kb8; 4. Pc6+, Ka8; 5. Txc8 mat.

Wat me aan die studies van de oude Stamma zeer bevalt, zijn het hoogromantische gehalte en de rechtlijnigheid ervan. Geen gepiel en gemiereneuk, geen stille zetten of het forceren van zetdwang, maar recht op het doel af en veel offeren. Dit is schaken uit de kindertijd van het schaken. Dit is het schaken waardoor we in onze eigen kindertijd verleid  werden er ook mee te beginnen.