28
april 2014
(Deze stelling komt uit het boek van Stamma, 1737)
Ondanks
zijn benarde positie weet Wit dit toch te winnen.
Wit is
er niet best aan toe. Zijn Dame staat gepend en Zwart dreigt er met zijn
volgende zet mat van te maken. Dit
betekent dat Wit zich alleen kan redden door middel van het geven van schaakjes
en dan maar hopen dat een ervan tot mat leidt. Dat schaak geven kan op twee
manieren, maar omdat al snel duidelijk zal zijn dat Dxb7+ op niets uitloopt,
blijft er weinig anders over dan:
- Tf8+, Pc8
(Lc8??; 2. Pa6 mat); Nu staat de zwarte Koning wel erg
ingesloten. Zou Lb7 er niet staan ,
dan zou mat een peulenschil zijn. Weg dus met dat ding. 2. Dxb7+, Kxb7; en nu wijst de weg zich vanzelf. 3. a6+, Kb8; 4. Pc6+, Ka8; 5. Txc8
mat.
Wat me
aan die studies van de oude Stamma zeer bevalt, zijn het hoogromantische
gehalte en de rechtlijnigheid ervan. Geen gepiel en gemiereneuk, geen stille
zetten of het forceren van zetdwang, maar recht op het doel af en veel offeren.
Dit is schaken uit de kindertijd van het schaken. Dit is het schaken waardoor
we in onze eigen kindertijd verleid
werden er ook mee te beginnen.