Wit begint en wint.
Geef de eerste vier zetten.
Kijken we naar de stelling, dan lijkt het probleem al gauw duidelijk. Wit wil promoveren met de
a-pion, Zwart wil dat verhinderen en Wit wil verhinderen dat Zwart dat verhindert. Maar in een probleem als dit staan de stukken niet voor niets op de plaats waar ze staan.. Dat pionnetje op e2 staat er natuurlijk niet om straffeloos door de zwarte Koning geslagen te worden.
Zo simpel zijn problemen niet.
Duidelijk is dat de witte Loper maar een ding tegelijk kan doen. In dit geval is dat er voor te zorgen dat de a-pion niet promoveert. Dat beperkt hem in zijn verdere activiteiten. Als de Loper niet op a7 of b8 staat, of als er geen Loper meer is, dan promoveert het a-pionnetje. We gaan er van uit dat de Loper de pion kan blokkeren.
De witte Loper staat er trouwens ook niet zo maar. Dat die op diagonalen van de zwarte Loper terecht kan komen, is een aanknopingspunt.
Tot slot kijken we naar die e-pion. Daar hebben we alleen wat aan als de witte Koning niet voor de pion staat, maar ernaast (of er achter) en Wit aan zet is, of als slaan rampzalige gevolgen heeft.
Vallen deze aanknopingspunten met elkaar te combineren? Ja, dat kan. Hier volgt de oplossing.
Eerst die Loper maar eens binden.
1.a6, Lb8; Nu de Loper maar eens aanvallen. 2. Lg3, La7; hé, daar staan de Koning en de Loper op dezelfde diagonaal. Hebben we in het begin van Stap 2 niet geleerd dat stukken die op dezelfde diagonaal staan gepend kunnen worden? Dat gaan we proberen!! 3. Lf2+, …. Slaat de Koning de pion, dan gaat de Loper op a7 er af, dus 3. …, Kxf2; Nu staat de Koning naast de pion op e2 en Wit is aan zet, dus daar gaat ie: 4. e4 en Wit wint.
Voor het zover is moeten er nog heel wat nauwkeurige zetten worden gedaan ( ook die Koning op h8 moet aan het werk), maar waar het mij om ging dat zijn de motiefjes en tactiekjes die de eerste vier een rol speelden: binden, opjagen naar een slecht veld (a7), pennen, demarreren. Aardig, toch?