K.Havasi – A. Sacconi,
Folkstone Olympiade 1933
Wit begint en wint.
De
Torens van Sacconi hebben vooral als functie te voorkomen dat Havasi mat achter
de paaltjes geeft. Daar staat als pluspunt tegenover dat pion a3 wel heel dicht
bij promoveren is. Daar hier weinig aan te doen valt, zal Wit naar snelle en
rigoureuze tegenmaatregelen moeten zoeken. Dat ie het daarbij in eerste
instantie niet van zijn twee Torens moet hebben, zal duidelijk zijn. Die
krijgen pas betekenis als één van de Torens van de tegenpartij van zijn functie
ontheven wordt of overbelast raakt. Gelukkig, maar waarschijnlijker met diep
inzicht, heeft Havasi nog een dreiging in zijn stelling gevlochten. We kijken
naar pion e5, Lh4 en Dg4 en naar de drie zwarte pionnen op de zevende rij. Dan
kan opvallen dat als pion g7 daar niet stond, het mat in één zou zijn. Ook niet
moeilijk in te zien, is dat er na 1.Lf6, gXf6;
2.eXf6.
..; wederom mat in één dreigt. Op deze weg moesten we dus maar eens doordenken.
- Lf6,
gxf6; (1. .., Tg8; is geen verbetering,
want dan volgt: 2.Dxg7+! , Txg7 – ha, overbelasting-, 3. Td8+, Txd8; 4. Txd8#) 2. exf6, Tg8; 3.Td8, Tcxd8; 4. Txd8,
Txd8; 5. Dg7#.
Het
aardige aan deze combinatie vind ik dat de hoofdrol daarin gespeeld werd door
dat lullige pionnetje dat van e5 doorschoof naar f6. Zo’n pion op de zesde rij in de buurt van de
Koning, hier dus op f6, g6 en h7 (f3, g3, h3 voor Zwart) noemen de
Engelstaligen een ‘pawn wedge’, een
pionwig (wigpion?). Zo’n pion beperkt de mobiliteit van de Koning, scheurt de verdediging uit elkaar en
geeft niet zelden het motief voor een
matvoering. In de aanval is ze vaak net zo sterk als een lichtstuk (in
bovenstaande stelling net zo sterk als een Loper), soms sterker.
Bron:
Arthur Yusupov, Boost your chess 1, hoofdstuk 7 : the pawn wedge.
Oplosklassement:
1. Fred 9 punten
2. Henk 8 punten
3. Joop 6 punten
4. Robbie 5 punten
5/6 Albert en Erik V 4 punten
7. FrankS 2 punten
8/9 Tony en Joke 1 punt