barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

Probleem 20


Zwart begint en wint (beslissend materiaal). 

Geef de eerste twee zetten. 

Bagirov – Kholmov,  Moskou 1961






Ook als je Kholmov niet bent, zal je allereerst opvallen dat de Dame van Wit ongedekt staat
en vervolgens dat de Dame van Zwart daar, door Toren e5 heen, begerig naar loert. Dit roept natuurlijk onmiddellijk het motief van de aftrekaanval in ons op. Zouden we met Toren e5 iets kunnen doen waar iets dreigends en iets dwingends van uitgaat, dan winnen we de Dame of één van de Torens. Wil Te5 iets dreigen, dan zal ie naar voren moeten. Maar dat kan ie niet, want Te4 staat in de weg. De mogelijkheden van Te4 zijn beperkt, dus we kijken naar
  1. .., Txe1+; 2. Txe1, ..;

Dan hebben we deze stelling in ons hoofd:


En de vraag is nu: zit er in deze stelling een beslissende aftrekaanval? Txe1 levert niets op.

Te4 en Te3 ook niet. 

Maar hé,  2. .., Te2 dreigt mat! Slaat Wit de Toren, dan verliest ie zijn Dame, slaat Wit de Dame dan volgt  3. …, Txe1+ en 4. … gxf6 met Torenwinst.




Oplosklassement:

1.        Fred 9 punten
2.        Henk 7 punten
3/4       Joop en Robbie 5 punten
5         Erik V 4 punten
6.        Albert 3 punten
7.        FrankS 2 punten
8.   Tony 1 punt

Probleem 19

Het probleem van 18 april 2016 


Adorjan – Miles, Linares 1985

Zwart begint. 

Wit gaat mat of verliest beslissend materiaal.

Geef de winnende zet.

Op het eerste gezicht lijkt het of er voor beide partijen niets aan de hand is.
Kijken we wat nauwgezetter, dan zouden we kunnen zien dat Wit wordt opgerold als Zwart Df3+  zou kunnen spelen. De witte Koning moet dan naar g1, waarna pion f2 gepend staat. Matvoering is dan niet moeilijk meer. Inslaan met de Toren op g3, h-pion slaat terug, Dame maakt gebruik van de penning en slaat met schaak de g3 pion en daarna kan een kind de was doen. De vraag waar het om draait is dus: hoe krijgen we  de Loper die veld f3 verdedigt van de diagonaal af. .De loper eraf rammen heeft geen zin, want neemt de Dame de rol van de loper over. Het antwoord vinden we in stap 3: lokken en “lokken” wil zeggen: de tegenstander verleiden tot een zet die die met grote tegenzin doet omdat wat ie ook doet, het altijd tot desastreus verlies leidt. We weten nu dus dat de  witte Loper op de diagonaal a8 – h1 moet blijven.  De winnende zet maakt gebruik van een penning: Ld7. Slaat Adorjan dan gaat ie mat, trekt ie zich terug, dan verliest ie zijn Dame.

Na 1. …, Ld7; 2. Lxd7,  gaat de matvoering als volgt. 2. …, Df3+; 3. Kg1, Txg3+;  4. hxg3, Dxg3+; 5. Kh1, Dxh3+; 6. Kg1, Tg8#.

Oplosklassement:

1.    Fred 9 punten
2.    Henk 7 punten
3/4   Joop en Robbie 5 punten
5     Erik V 4 punten
6.    Albert 3 punten
7.    FrankS         2 punten
8.    Tony 1 punt