Het probleem van 11 januari 2016
Abrosimov – Ambainis,
Daugavpils 1975
Wit
begint en wint.
Als jullie eerder op de avond bij de jeugd aanwezig
waren geweest, dan hadden jullie kunnen horen hoe daar het thema ‘Matzetten
door het forceren van toegang’ werd behandeld. Dat had jullie dan heel wat
hoofdbrekens gekost, want dat is het thema waarom het ook in deze stelling
draait. In één van de eerste voorbeelden aan de hand waarvan je die tactiek
uitlegt, staat de zwarte Koning op h8 en er staan pionnen op f7, g7 en h7. Wit
heeft een Dame op de diagonaal b1 – h7, een Paard op e7 en een Toren op een
veld van waarruit hij naar de h-lijn kan. Wat je op het spoor van de ontknoping
in de partij Abrosimov – Ambainis zou kunnen zetten, zijn de positie van Paard
e7 dat de vluchtvelden g8 en h6 onder controle heeft, en die van de witte Dame,
die in een opening in zwarts verdediging kan forceren. Wat Wit mist, is een
Toren waarmee hij na Dxh7 naar de h-lijn kan. Dat Td1-d3-h3 te traag gaat is
duidelijk. Wat ook niet werkt, zoals Robbie dacht, is meteen inhakken op h7. 1.
Dxh7, Kxh7; 2. Txd4 en na 2. .., g6 heeft Wit niets meer (in elk geval geen
Dame). Toch was ie dichtbij de goeie oplossing: de winst moet van Toren d5
komen. Maar die Toren staat toch helemaal ingesloten? Jaja, zeker, het
pionnetje e5 beperkt hem inderdaad in zijn bewegingsvrijheid. Gelukkig
herinneren we ons uit Stap 2 dat gepende stukken slechte verdedigers zijn. Pion
e5 verdedigt Paard d4 en mag niet van zijn veld weg vanwege Th5. Omdat zo’n
klein ding niet van alles tegelijk kan, zal het moeten kiezen welke taak het
zal opgeven. De winnende zet is derhalve 1.
Txd4. Wordt er niet geslagen, dan is Ambainis zijn Paard kwijt, slaat ie
wel. Dan gaat ie mat: 1. .., exd4; 2.
Dxh7+, Kxh7; 3. Th5#.
Oplosklassement:
1 Fred 7 punten
2. Henk 5 punten
3 Robbie 4 punten
4/5 ErikV en Albert 3 punten
6/7 Joop en FrankS 2 punten
8. Tony 1 punt