Het
probleem van 1 juni 2015
Zwart
aan zet wint.
(Meo – Guistolisi, Reggio Emilia 1959/1960)
Iemand zou eens het boekje moeten schrijven met als
ondertitel:’ Wat je als schaker minimaal moet weten, kunnen en begrijpen om je
partijtjes wat vaker te winnen’. Zou ik dat zelf schrijven, dan zou ik zeker
een hoofdstukje wijden aan matbeelden die je in de praktijk nog al eens
tegenkomt. In dat hoofdstukje zou dan het volgende diagram te zien zijn.
In
deze stelling geeft Wit mat in drie.
1.
Pe7+. Kh8; 2. Dxh7+, Kxh7; 3. Th1#.
Ken
je dit matbeeld, dat bekend staat als “het mat van Anastasia”, dan kun je daar,
zolang je nog niet aan alzheimer lijdt, in je partij rekening mee houden. Als
het patroon erin zit, kun je erop spelen, zowel om het uit te voeren als om het
te voorkomen. Natuurlijk kun je dit matpatroon ook zelf bedenken. 1. Pe7+ jaagt de koning naar een veld
waar ie liever niet wil staan en beneemt hem tegelijkertijd twee vluchtvelden
(g8 en g6). Met 2. Dxh7 verschaffen
we ons toegang door de h-lijn te openen en dan is 3. Th1+ mat. Zo, in diagramvorm en als opgave, is deze matvoering
niet moeilijk om te vinden. In een partij, met tal van andere stukken en
dreigingen op het bord, wordt het toch wat ingewikkelder. Dan scheelt het een
stuk, al was het maar in bedenktijd, als je het matbeeld herkent. Je hoeft dan
niet het wiel uit te vinden, maar alleen te kijken of het draait.
Terug
nu naar de partij van Meo en Guistolisi. Dat zou nog een behoorlijk taai
partijtje hebben kunnen worden, ware het niet Guistolosi ‘ Het mat van
Anastasia’ herkende. Ik vermoed dat aan de diagramstelling de volgende zetten
zijn voorafgegaan:
…, Td4; 2. Db4-c5, …., want die Toren moet naar de h-lijn toe. De
rest is nu wel duidelijk.
1. …,
Pe2+; 2. Kh1, Dxh2+; 3. Kxh2, Th4#.
Stand
in het oplosklassement:
1. EricL 12 pt
2. Joop 8 pt
3. EricV 6 pt
4. Henk 5 pt
5/7 Joke, Albert, Fred 3 pt.