Probleem van 24 maart 2014
Medina – Donner, Beverwijk 1965
Donner
gaat er aan!
Natuurlijk had ik het fijner gevonden als Donner in deze stelling Wit had gehad. Maar hij heeft Zwart en daarmee zal hij niet gelukkig zijn geweest. Hij staat weliswaar een pion voor, maar op zijn Koning staan vier vijandelijke stukken gericht , terwijl zijn verdedigers hoofdzakelijk uit pionnen bestaan. Hieronder zal dus opruiming gehouden moeten worden. Ook de Dame op b2 heeft een verdedigende functie: ze dekt veld f6. Mat via f6 zit er dus niet in. De andere verdediger van formaat is de Toren en die lijkt overbelast te zijn, want hij moet zowel f7 als de achtste rij verdedigen.
Kijken we naar de stelling van
Wit, dan valt meteen op dat na Ph5+ de zwarte Koning naar de achterste rij moet
omdat pion g6 gepend staat ( en zoals Jermo. die onlangs voor Stap 3 is
geslaagd, jullie allemaal kan vertellen: een gepend stuk is een slechte
verdediger). Een prettige bijkomstigheid is dat het Paard vanaf h5 het
eventuele vluchtveld g7 bestrijkt.
De oplossing begint nu contouren
te krijgen: pionnen uitschakelen, als de Koning naar de achterste rij moet, dan
moet de Toren naar f7 en vervolgens geven we mat op het veld waarnaar de witte
Dame loert: d8. Daar gaat ie:
1. Txf7+,
Txf7; 2. Ph5+, Kg8; 3. Dd8 mat.
Behalve door Medina werd deze
oplossing ook door een verheugend aantal clubleden. Zelfs Joop was er bij. al
maakte hij het zich wel gemakkelijk door na zet twee van Zwart te noteren: ‘en
daarna loopt het mat.’ Maar toch, Joop, het getuigt van een bijna
grootmeesterlijk inzicht. Je tegenstanders in de Osbocompetitie zullen nog raar
opkijken als ze tegen jou aan een eindspel moeten beginnen.