Het probleem van 21 februari.
De opgave was net iets ingewikkelder dan ze op het eerste gezicht leek.
Dit was de stelling:
Wit aan zet mat.
De oplossing:
Zwart dreigt met mat middels Dg1. Er moet dus drastisch worden opgetreden. Alleen
schaakjes helpen en dan alleen als zij tot mat leiden. Dat lijkt niet moeilijk.
1. g4, Kh4; 2. g3 mat. Maar dat is fout. Er volgt: 2. .., Dxg3; 3. Kxg3, Tg1 en de witte Dame valt.
1. g4, Kh4; 2. g3 mat. Maar dat is fout. Er volgt: 2. .., Dxg3; 3. Kxg3, Tg1 en de witte Dame valt.
Zo moet het wel:
1. Txe5+, fxe5; 2. g4+, Kh4, 3. De7+ (daarom moest die Toren van dat veld!), Dg5; 4. g3++.
1. Txe5+, fxe5; 2. g4+, Kh4, 3. De7+ (daarom moest die Toren van dat veld!), Dg5; 4. g3++.
De enige die deze zettenreeks in zijn geheel gevonden heeft, is Robbie. Dat levert de volgende stand op:
1. Joop 3 punten
2 t/m 4: Albert, Paul, Robbie 2 punten
5 t/m 6: Chiel en Emile 1 punt.
Het probleem van deze avond kwam uit een partij tussen de oud-wereldkampioen bij het vrouwenschaak Gaprindashvili – Veröci (Belgrado 1974). In die partij ging het anders dan ik
hierboven heb beschreven. Waarschijnlijk bevreesd voor de dreiging Dg1 mat, was Gaprindashvili tevreden met remise. 1. Dg4+, Kh6, 2. Dg7+, Kh5; 3. Dg4+ etc.