Sutovsky – Smirin,
Tel Aviv, 2002
Wit
begint.
Je
oog hoeft niet heel geoefend te zijn om te zien dat de stelling van Zwart vrij
beroerd is.
Paard
h7 kan niet spelen, Paard a5 staat niets te doen, Toren a8 moet nog in het spel
worden gebracht. Al heeft hij dan een Paard meer, in feite speelt Smirin met
drie stukken minder. Behalve het snoepen
van een of twee pionnetjes, is er weinig voor hem om naar uit te kijken.
Dan
zal die Sutovsky meer genieten van de stelling en vooral van de positie van
zijn Paard, dat vanuit f5 de zwarte velden voor de Koning beheerst. Zijn
grootste probleem lijkt me een keuze te maken uit de diverse winstvoeringen: c3
(om de diagonaal van Dame b2 te onderbreken) wint, Th4 wint. Met deze
constatering zou je tevreden kunnen zijn, maar zo niet Sutovsky, want die zag
dat er mat in de stelling zit en wel hierom.
We
kijken eerst wat die stukken van Wit staan te doen. De Dame staat klaar om op
h7 in te slaan (het forceren van toegang), Torene4 staat klaar om naar de
h-lijn te gaan, de Toren op f1 beheerst de
f-lijn en dekt Paard f5 en Paard f5 ontneemt de Koning het vluchtveld
g7.
Dit
alles geeft aanknopingspunten. Het is duidelijk dat na 1. D:h7+, K:h7; 2. Th4+, de
Koning alleen naar g6 kan. En na Th6+, dat het vluchtveld f6 afsluit, wordt de
Koning verder het vrije veld ingejaagd. Dus: 2. .., Kg6; 3. Th6+, Kg5; Nu
ligt de Koning binnen het bereik van pion h2 en na h2 – h4+, raakt de Koning
steeds dieper in vijandelijk gebied verzeild.en moet naar g4. Wat je, om je
Dameoffer te rechtvaardigen, moet zien is dat je met h2 – h4 niet alleen naar
voren lokt, maar ook de terugtocht afsnijdt. Zie je dat, dan is de rest niet
moeilijk meer. 4. h4+, Kg4; 5. Pe3+,
Kg3; 6. Tf3#
Oplosklassement:
1 Henk 6
punten
2 Tony 4
punten
3 Joop 3
punten
4 en 5
Albert en Robbie 2
punten
6 Joke 1 punt