barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

Probleem 2 van 12 september 2016




B. Goldenov – V. Zakharian, 1960



Zwart begint en het wordt mat.





Meestal gaat het bij dit soort toreneindspelen met een paar pionnen om tellen en gemiereneuk.
Hier zit er echter een aardige combinatie in. Dat is prettig, want nu hoeven we ons niet bezig te houden met de vraag wie er het eerst een pion kan laten promoveren.
De sleutel vinden we bij de positie van de witte Koning. Die zit gevangen tussen zijn eigen pionnen en die van Zakharian. Omdat Zwart geen andere zetten heeft waarmee hij zijn winstkansen vergroot, maar ook omdat we weten dat het mat gaat worden en dat meestal voorafgegaan wordt door een schaakje, ligt de eerste zet waarnaar we kijken voor de hand:
  1. g4+;  Omdat na 2. Ke2, b1D+ volgt, is 2.Kf4, …;  de zet waarvan we de gevolgen moeten bekijken. Die zijn tweeërlei: A. De Koning wordt verder het vijandelijke kamp ingetrokken en dat maakt zijn positie kwetsbaarder, want er is geen terugweg meer mogelijk, B. Na 2. …, g5+, kan de Koning alleen nog vluchten naar e5. Die vijfde rij moeten we dus onder controle zien te krijgen en dat is na 2. .., Ta5 geen probleem.
Het begin is er nu. 1. g4+; 2. Kf4, Ta5!; 3.e5, (en de rest is nu niet moeilijk meer) Ta4+;
4. e4, Ta3; en 5. .., Tf3#  valt niet te voorkomen.
Wat ik aan deze combinatie zo aardig vind, is dat ze zo mooi het principe van twee communicerende vaten laat zien: de Toren drukt naar beneden en wipt de witte pionnen omhoog.

Oplosklassement:


1 t/m 3 Joke, Henk, Tony       1 punt