barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

Probleem 3

Dit is de stelling 
(Spielman – Hönlinger, Wenen 1929).

Klik voor de hele partij hier

Wit begint en geeft met zijn vierde zet mat.







Zwart staat niet best, dat is duidelijk. Het Paard op a5,  de Dame en de Toren op c5 en c8 verdedigen niets en vallen niets aan, de Loper opd5 verdedigt een pion die niet aangevallen wordt, de Toren op f8 ontneemt zijn Koning een eventueel vluchtveld en alleen het Paard op e8 lijkt in verdedigend opzicht van nut te kunnen zijn omdat het de zwarte velden voor de Koning dekt (maar niet dat daarnaast!!).  Vreselijk! Geef mij maar Wit. Met uitzondering van de Toren op e1 zijn al zijn stukken op de zwarte Koningsstelling gericht. ’t Is dat dat Paard op e8 er staat, anders zou het al mat in één zijn! Nu is het dus mat in vier. Hoe?
Wat aan de stelling van Wit vooral opvalt, is de prachtpositie van het Loperpaar.
Die van b2  beheerst de diagonaal a1-h8,  die van d3 loert naar h7.  De reikwijdte van de zwarte Loper wordt beperkt door de eigen Toren, die van de witte door het eigen Paard en de pion op g6.  Van de Toren op e5 zou Wit meer plezier hebben als Paard f5 niet naast hem stond  zodat hij, bijvoorbeeld, activiteit op de h-lijn zou kunnen ontwikkelen.  Tot slot vragen wij ons nog even af, gelet op het voorafgaande,  hoe een mogelijk matbeeld eruit zou kunnen zien.
Vanwege Pe8- f6 lijkt mat op h7 er niet in zitten. Met een Dame of een Toren op  h8 is het natuurlijk wel mat. Maar hoe krijg je één van die twee daar? Zo:

1.Pe7+,  Dxe7;  (de weg naar de h-lijn is vrijgemaakt,  Loper d3 kijkt nu naar g6. Wat hinderlijk is, is dat de weg naar h8 wordt geblokkeerd door de pion op h7. Die moet dus worden opgeruimd )  2. Dxh7, Kxh7;  (nu is de Koning in een penning gelokt : pion g6 kan niet spelen, dus ook niet slaan) 3. Th5+. Kg8; 4. Th8++

Het aardige aan dit probleem vind ik dat er in een paar zetten een handvol tactische thema’s uit Stap 2 en 3 wordt ingezet: vrijmaken van lijnen/diagonalen,
het forceren van toegang. lokken, penning. Daarnaast toont het op ondubbelzinnige wijze aan dat het zeer onvoorzichtig is om , als je de kant uit rokeert van een gefianchetteerde Loper, die Loper kwijt te raken. Drie velden rondom de Koning stel je ter beschikking  aan je tegenstander.