barend ubbinkweg

barend ubbinkweg

Probleem 1

maandag 2 september 2013


Zwart geeft mat in 6

De hele partij zien? Klik hier.









Een nieuw seizoen …
en meteen een probleem.

De stelling komt uit een partij die in 1951 in Leningrad gespeeld werd tussen Krogius en Lisitsyn.
Al na één oogopslag valt op dat Wit zijn zinnen op de aanval heeft gezet. Al zijn stukken en drie van zijn vier pionnen zijn vervaarlijk opgerukt en als Wit nu twee zetten achterelkaar zou mogen doen, zou het mat zijn. Maar, spijtig voor Krogius, Zwart is aan zet.  Na een tweede oogopslag valt op dat de stukken van Lisitsyn uiterst sluw en actief zijn opgesteld. De Dame op e7 en de Toren op c7 verdedigen de zevende rij en loeren tegelijkertijd naar de vijandelijke Koning. Deze Koning wordt alleen beschermd door een lullig pionnetje en door een Toren die de velden c1, d1 en e1 staat te verdedigen.  Tellen we de puntenwaarde van de aanvallende zwarte stukken en van de verdedigende stukken bij elkaar op, dan wordt de stand 20 – 6 voor Zwart. Zwart kan dus wel wat missen en
speelt 1. … Txb2+; Wit moet nu nemen, anders volgt 2. …, Da3 en mat. Dus: 2. Kxb2, …;
En nu het is mat in vijf en de vraag luidt: hoe? De clubleden die zich hiermee bezighielden, vonden wel de eerste twee zetten, maar zelden het mat.  Dat kwam omdat zij mat in de hoek wilden geven. Bij deze poging zagen zij een kleinigheid over het hoofd: die Toren op f1. Die bestrijkt wel de velden
rechts  van de Koning, maar niet die ter linkerzijde. Niet de Koning moet naar a1, maar de Toren of de Dame!! Het eindspel ging dus zo:

2. …, Db4+, 3. Ka1, Da3+; 4. Kb1, Tb7+; 5. Kc2, Tb2+; 6. Kc1, Da1++.